DENIOS B.V
Atealaan 34A
2200 Herentals

Tel.: ++32 312 00 87
E-Mail: info@denios.be
Internet: www.denios.be

Laminair DownFlow booth

In sectoren als farmacie, biotechnologie, geneeskunde en voedingsmiddelen is zuiverheid van het grootste belang. Verontreinigingsvrije omgevingslucht en een werkomgeving van hoogwaardig roestvrij staal zijn daarom bijzonder belangrijk. Het gebruik van een beschermend luchtcirculatiesysteem, de Laminair DownFlow Booth (LAF), verwijdert in de lucht zwevende deeltjes en micro-organismen uit de lucht. De booth dient dus vooral ter bescherming van mensen en om het product schoon te houden.

Toepassingsprincipe

De laminaire-luchtstroomcabine zorgt voor een stof- en deeltjesvrije omgeving met een HEPA-filter. Over het gehele plafondoppervlak wordt een laminaire (low-turbulence) stroming gegenereerd, die verticaal naar de vloer is gericht ("Laminair Down Flow"). Met een hoge luchtsnelheid van 0,475 m/s worden zwevende deeltjes in het hele werkgebied effectief naar beneden gedwongen en in de buurt van de vloer afgezogen - zwevende stoffen worden zo op gecontroleerde wijze afgezogen.

Typische toepassingsgebieden zijn:

  • Productdosering
  • Gebieden voor monsterafname van producten
  • Onderverdeelde werkplekken
  • Bulk vullen/wegen
  • Reactor vullen
  • Legen van producten
  • Testfaciliteiten
  • Containment werkplekken
  • Mengen van producten
  • Vaten vullen/legen

Systeem classificatie

De geschiktheid van luchttechnische veiligheidsmaatregelen, zoals de Laminair Downflow booth, moet worden bepaald in relatie tot de na te leven grenswaarde voor beroepsmatige blootstelling (OEL). Internationaal staat de AGW bekend als de Occupational Exposure Limit (OEL, ook wel EU OEL genoemd).

De OEL-grenswaarden worden in zes intervalklassen ingedeeld in zogenaamde OEB-klassen (Occupational Exposure Band). Bijvoorbeeld, een stof met een OEL-waarde van 3 µg/m³ komt overeen met OEB 4. De indeling is gekoppeld aan verschillende eisen voor het technische systeem.

DENIOS garandeert een OEB klasse 3 (Gevaarlijke stoffen) voor de Laminair Downflow booth, wat overeenkomt met een OEL van 10-100 µg/m³. Ook aan lagere klassen wordt voldaan. Bovendien is het mogelijk hogere OEB-klassen te bereiken door individuele opvattingen en tests door externe testbedrijven te laten uitvoeren.

Maak gebruik van ons deskundig advies!

Individueel klantadvies, service en product variatie zijn onze sterke punten.

Onze accountmanagers staan ​​voor u klaar!

Gratis deskundig advies 03 312 00 87

Ontwerp en functionele beschrijving

Via de achterwand wordt potentieel verontreinigde lucht aangezogen. Daar wordt de lucht eerst behandeld door een voorfilter, bijvoorbeeld een ISO Groffilter. Daarna volgt een tweede filtertrap ePM1-80%. Vervolgens wordt een extra HEPA-filtertrap (HEPA 13) geïnstalleerd. Voor veeleisende eisen kan een eindpolitiefilter (HEPA 14) worden geïnstalleerd, dat een extra filtertrap en meer veiligheid in het proces brengt als de lucht in recirculatiemodus wordt gebruikt. In dat geval komt de gefilterde lucht overeen met cleanroomklasse ISO 5 volgens ISO 14644-1.

Van deze gefilterde lucht wordt 90% via het plafond teruggevoerd naar de werkruimte. De resterende 10% wordt via het uitblaasplenum aan de voorzijde van de werkruimte uitgeblazen. Zo ontstaat een onderdruk in de werkruimte en wordt de resterende lucht uit de ruimte vóór de werkplek gehaald. Door de hoge luchtuitwisseling en de gerichte luchtgeleiding worden de werknemers doeltreffend tegen blootstelling beschermd. Naast persoonlijke bescherming biedt een Laminair Downflow Booth in dit ontwerp een betere bescherming van de ruimte en het product, omdat de in de lucht zwevende deeltjes door de negatieve druk niet uit de cabine kunnen ontsnappen.

Onderdelen van het systeem

1: Afzuigrooster

2: Voorfilter voor grof stof

3: Fijnstoffilter

4: HEPA-filter

5: Luchtstroomregeling

Uitrusting en configuratiemogelijkheden

De keuze van de apparatuur voor de Laminair Downflow Booth moet worden gemaakt in samenwerking met de exploitant, aangezien hij zijn werkprocessen het beste kent en dus kan bepalen welke gereedschappen, media en andere elementen nodig zijn. De vereiste uitrusting moet worden bepaald voordat de cabine in gebruik wordt genomen, zodat tijdens de ontwerpfase met deze onderdelen rekening kan worden gehouden. Installatie achteraf is vaak alleen tegen hoge kosten of helemaal niet mogelijk.

Ook de uit te voeren taken moeten duidelijk worden omschreven, zodat bij het ontwerp rekening kan worden gehouden met eventuele speciale eisen. Aan de kant van het gebouw moeten media-interfaces worden voorzien voor bijvoorbeeld elektriciteit, netwerk, technische gassen en andere toevoerleidingen. De desbetreffende overdrachtspunten moeten vooraf worden gedefinieerd en gecoördineerd om een probleemloze installatie en inbedrijfstelling te waarborgen.

Voorbeelden van optionele uitrusting:

  • Volledig geautomatiseerde luchtstroomregeling
  • Afzuig-, fijnstof- en HEPA-filters in filterbehuizingen voor veilige filtervervanging
  • Luchttoevoer met verwarmings-/koelingselementen
  • Elektrische componenten in overeenstemming met ATEX-richtlijnen voor potentieel explosieve omgevingen
  • GMP/FDA-conform ontwerp

Service en onderhoud

Ventilatiesystemen moeten

  • vóór de eerste inbedrijfstelling voor een correcte installatie, werking en instelling,
  • met regelmatige tussenpozen, maar ten minste eenmaal per jaar voor verontreinigende deeltjes of ten minste om de drie jaar voor verontreinigende gassen, en
  • Na wijzigingen onder voorbehoud van inspectie

worden gekeurd door een persoon die overeenkomstig de verordening inzake industriële veiligheid en gezondheid § 2 (6) bevoegd is om keuringen uit te voeren (voorheen een bevoegd persoon). De resultaten van de keuringen moeten in een keuringsboek of een keuringsverslag worden genoteerd, worden bewaard en kunnen als basis dienen voor de terugkerende keuringen.

Bron: DGUV R 109-002 (voorheen: BGR 121) (ventilatie op de werkplek - ventilatiemaatregelen)

Filterwissel

Volgens VDI 6022 wordt aanbevolen de luchtfilters van de 1e filtertrap uiterlijk na één jaar te vervangen, en de overige filtertrappen na 2 jaar. In gebieden met actieve farmaceutische bestanddelen en in levensmiddelenapplicaties is het gebruikelijk dat ook de 2e filtertrap jaarlijks wordt vervangen. De gevoeligheid van de toepassing, mogelijke externe controles, een ongunstige luchtvochtigheid op de plaats van gebruik of bijzondere risico's kunnen een volledige filtervervanging noodzakelijk maken, bijvoorbeeld als een langdurige kiemvorming door het in het filter opgeslagen stof niet kan worden uitgesloten.

Service en onderhoud van DENIOS

Regelmatig onderhoud en service van de fabrikant zorgen ervoor dat uw product zijn waarde behoudt en uw werknemers beschermt. Lees meer over ons serviceaanbod.

Maak gebruik van ons deskundig advies!

Individueel klantadvies, service en product variatie zijn onze sterke punten.

Onze accountmanagers staan ​​voor u klaar!

Gratis deskundig advies +31 172 50 64 66

Meerdere artikelen en DENIOS expertise

Laden...
Menu
Aanmelden
Uw winkelwagenToegevoegd aan winkelwagen
Ga naar winkelwagen
Wij adviseren u graag!

Bel ons of mail naar info@denios.be en wij helpen u graag verder.

Ma t/m Do: 08:00 - 17:00 | Vrij: 08:00 – 16:00